Veel organisaties lanceren diverse verbeterprojecten, met als resultaat dat medewerkers te maken kunnen krijgen met verschillende gelijktijdige trajecten. Maar daarin schuilt een gevaar.
Continu verbeteren kost tijd. Als je met leidinggevenden en medewerkers in gesprek gaat over het vrijmaken van tijd om met continu verbeteren aan de slag te gaan, dan voelt dat voor hen snel als iets dat er óók nog bij moet en blijkt het lastig om een verbeterstructuur van de grond te krijgen. De meeste mensen voelen zich al ontzettend druk met de uitvoering van hun ‘reguliere’ werkzaamheden.
Dat maakt dat werkdruk een serieus probleem is dat verbeteren in de weg staat. En dat terwijl je met verbeteren juist werkt aan het elimineren van de ‘verborgen fabriek’: dat deel van het werk dat gaat zitten in zaken als het herstellen van fouten en het uitvoeren van taken die er niet toe doen. Door deze verspillingen weg te nemen wordt de werkdruk lager, en blijft weer meer tijd over om verder te verbeteren of meer te doen voor je klant. En dat leidt op meerdere manieren tot een meer tevreden klant: er wordt sneller geleverd, er worden minder fouten gemaakt en er blijft meer tijd over voor een benadering op maat.